Arts in Afrika - Reisverslag uit Monduli, Tanzania van Suzanne Leuven - WaarBenJij.nu Arts in Afrika - Reisverslag uit Monduli, Tanzania van Suzanne Leuven - WaarBenJij.nu

Arts in Afrika

Blijf op de hoogte en volg Suzanne

03 Maart 2016 | Tanzania, Monduli

Het zit erop. Althans, ons coschap tropengeneeskunde is afgelopen. Gistermiddag hebben we onze beoordeling gekregen, afstuderen is nu alleen nog een formaliteit. Ik ben nu, op wat papierwerk en natuurlijk de eed na, dokter. Wauw. Hoewel het einde van ons coschap niet gegaan is zoals we gedacht hadden, dat had niemand kunnen voorspellen, hebben we gisteravond dus afscheid genomen van Sengerema. Van het ziekenhuis, van 'onze' patiënten, van 'onze' verpleegkundigen, van 'ons' huis, van 'onze' mama's en natuurlijk ook van 'onze' baby Milo. Sengerema is ruim 3 maanden ons thuis geweest en het afscheid valt ons zwaar. De afgelopen dagen hebben we nog overal en met iedereen foto's gemaakt, zodat we onze herinneringen ook (voor een deel) in beeld vast gelegd hebben en thuis kunnen laten zien. Het voelt alsof we hier een tweede thuis achterlaten. We hebben er zoveel meegemaakt, op positieve en negatieve manier, dat ik zeker weet dat we er heel vaak aan terug zullen denken. Ik heb de gang van zaken in het ziekenhuis vaak vervloekt, me geërgerd aan de werkmoraal en me verdrietig gevoeld over alle ellende die we er gezien hebben. Bijna dagelijks was er een moment dat we (half grappend maar met serieuze ondertoon) zeiden: 'pak m'n biezen weg uit Afrika, geef een ander maar die job' (het is een quote, voor de echte kenners onder ons).

Ondanks dat, of misschien ook wel mede dankzij, hebben we als coassistenten onderling een hele bijzondere band opgebouwd. We maakten lange dagen en kwamen vaak als één bonk stress thuis, maar daar konden we dan vervolgens samen wel goed over praten. Door samen leuke dingen te doen was het dan ook voor even vergeten en geloof me, dat is hard nodig geweest. We weten niet goed hoe we er verder mee om moeten gaan, want niemand kan ons vertellen wat de beste manier hiervoor is. Die moeten we zelf gaan zoeken de komende tijd. We hebben ons al deze tijd hard op moeten stellen om het vol te kunnen houden. Je kan gewoon niet te lang stilstaan bij moeilijke dingen, want er wachten nog heel veel andere patiënten op je. Ik verbaas me er nog steeds over hoe makkelijk ik nu over de dood heen stap. Je stelt het vast, je zegt 'pole' en je gaat door met de rest van het werk. Natuurlijk is dat niet zo, want het doet heus wel heel veel met je. Je kunt het alleen niet toelaten, want dan hou je het niet vol. De dag dat ik drie mensen (een kind, een tiener en een vrouw van 28) onder mijn handen zag overlijden en de familie vervolgens huilend in mijn armen kreeg, was het even te veel. De emmer liep over. Toen heb ik heel hard bij Esther gehuild thuis en gevloekt op hoe oneerlijk het was, want voor allemaal had ik niks meer kunnen betekenen. Iris heeft op diezelfde manier baby's halfdood op de verloskamers gevonden, die waren ze 'vergeten' naar de NICU te brengen.. Vaak is het al te laat als we er bij komen en kun je niets meer doen dan proberen enig comfort te bieden. Dat is het moeilijke van arts zijn; je wil alle patiënten beter maken, maar dat gaat niet. Hier gaat dat al helemaal niet, omdat patiënten vaak al te ziek zijn als ze komen of je de middelen niet hebt. In Nederland is daar meer aandacht voor, hier kun je daar niet bij stil blijven staan. Dan loop je simpelweg vast. Dus na die emotionele uitbarsting heb ik mijn tranen weer weggeveegd en zijn we verder gegaan met plannen maken hoe we de kinderafdeling kunnen gaan verbeteren. We gaan namelijk meewerken aan een project van oa het Radboud UMC en de stichting Vrienden van Sengerema. We hebben zolang we hier waren geprobeerd om onze energie te steken in het helpen van zoveel mogelijk patiënten, maar daarnaast dus ook in het observeren hoe we bij kunnen dragen aan een constructieve verbetering. En dat is alles bij elkaar een heleboel werk geweest en dat allemaal in 3 maanden tijd. Het is vreemd om dat nu achter ons te laten. We hebben een hoop tips&tricks mee kunnen geven aan onze opvolgers en zij zijn vol enthousiasme aan de slag gegaan, maar het is best moeilijk om het los te laten.. Hopelijk horen we van hun nog af en toe terug hoe het met onze patiënten gaat. De komende 4 weken reizen Iris en ik nog door Tanzania en kunnen we langzaam bij komen van wat we hebben meegemaakt. Ik ben bang dat een aantal dingen die we hebben meegemaakt nog diep weggestopt zitten en (op onverwachtse momenten) later nog naar boven gaan komen. Hoe dat straks thuis zal gaan weet ik dus ook niet, maar dat het een intensieve en indrukwekkende periode is geweest zal inmiddels wel duidelijk zijn.

Als we straks weer in Nederland zijn, staan er inmiddels al twee nazorg gesprekken gepland, eentje in het Radboud en eentje in het AMC. Dat is niet standaard na dit coschap (het feit dat er eentje in het AMC is verraad dit al een beetje), maar heeft alles te maken met de afgelopen anderhalve week. Voor zover het coschap nog niet heftig genoeg was, kregen we er namelijk nog een schepje bovenop.

Esther (de coassistent uit Amsterdam) werd vorige week vrijdag namelijk ziek. Zo ernstig ziek, dat we bang waren dat het verkeerd af zou (kunnen) lopen. Dat op zichzelf is al heftig genoeg natuurlijk, maar daar kwam bij dat we natuurlijk in Afrika waren. Om precies te zijn in Mwanza, waardoor we haar in een taxi meegenomen hebben naar Bugando, het universiteits ziekenhuis. Daar hadden we al die tijd goede verhalen over gehoord en naar verwezen als we ingewikkelde casuïstiek hadden, dus voor ons was dat een logische keuze. Dat viel op zijn zachts gezegd enorm tegen. Waar ik normaal altijd uitgebreide beschrijvingen geef over ziektebeelden etc, wil ik dat nu niet doen omdat het over Esther gaat. Als je wel wat meer details wil weten, vraag het dan maar als ik thuis ben. Erover praten zal een goede 'therapie' voor het verwerken zijn denk ik..

In grote lijnen komt het er op neer dat Es een ernstige dubbelzijdige longontsteking had en dat dit daarbij ook een ernstige astma aanval uitlokte, waardoor ze het enorm benauwd had en het gevoel had te gaan stikken. Hier werd echter amper op gereageerd in het ziekenhuis, waardoor Iris en ik haar eigen behandeling moesten verzorgen. In ons eigen ziekenhuis was dat nog geen groot probleem geweest, maar hier waren wij natuurlijk 'gewone burgers' en hadden we dus niks in te brengen. Bovendien waren we ook nog blank, wat normaal gesproken meestal voor een voorkeursbehandeling zorgt, maar ons deze avond juist leek tegen te werken. Ontzettend frustrerend en stressvol, vooral omdat je vriendin zo ziek is en afhankelijk is van alleen onze hulp. Ik heb me denk ik nog nooit zo hulpeloos gevoeld als die nacht..

De volgende dagen ging het helaas niet beter, zeker in de nachten ging het alleen maar slechter. Zuurstof flessen die leeg gingen en waar geen nieuwe voor waren, medicijnen die verkeerd gegeven werden als we zelf niet opletten en ondertussen de muizen en kakkerlakken die (letterlijk!) over ons en onze bedden heen renden. Iris en ik hebben in dat weekend hooguit 6 uurtjes geslapen, Esther zelf bijna helemaal niet. Continu waakzaam zijn en moeten strijden voor het krijgen van medicijnen of zuurstof, het is niet voor te stellen dat je je daar als patiënt en 'familie' zelf mee bezig moet houden. Ondertussen probeerden we de familie van Esther op de hoogte te houden via de telefoon, want die waren natuurlijk erg bezorgd. Niek, de tropenarts (hij is inmiddels weer terug in Nederland), fungeerde als hulplijn op afstand. Zelf hebben we ook allerlei mensen (zelfs midden in de nacht; nogmaals enorm bedankt Hans!!) om advies gevraagd, want de verantwoordelijkheid van Esthers gezondheid - of eigenlijk zelfs: Esthers leven - op onze schouders voelde heel erg zwaar. Iris en ik zijn inmiddels zo'n hecht team dat we elkaars gedachten lezen en elkaars zinnen kunnen afmaken, dus we hoeven elkaar maar een blik te geven om te snappen wat er moet gebeuren. We kenden Esther na drie maanden coschap ook al aardig, maar al snel wisten we zelfs aan de manier waarop ze keek of met haar ogen knipperde wat we moesten doen. Praten was namelijk lange tijd onmogelijk door de benauwdheid. Op die manier hebben we ons met z'n drietjes door dat weekend heen geworsteld. We probeerden elkaar wat op te beuren door grapjes te maken, zo dreigden we iedereen die ons tegenwerkte 'op z'n kop in een krokodil te zetten'. En dat waren er heel veel kan ik je vertellen.. We lachten erom, maar eigenlijk stond het huilen ons dat hele weekend nader dan het lachen. De enige die voor een oprechte glimlach kon zorgen is onze lieve vriend Khalid. Ze zeggen weleens één uit duizenden, nou, dit is er één uit een miljard. Trouw kwam hij ieder bezoekuur langs en nam hij fruit, drinken en ander eten voor ons mee, zodat wij niet bij Esther vandaan hoefden. Om ons op te vrolijken nam hij zelfs een bak vanille-ijs mee, omdat het zo warm was en we vast toe waren aan wat afkoeling. Wat een held! Het is dat hij al een verloofde heeft, anders hadden we hem meegenomen naar Nederland ;)

Op maandag kwam Marie José vanuit Sengerema en hebben we in overleg met Niek en de tropenarts van het AMC in Nederland besloten dat dit zo niet goed ging. Esther is toen door Amref Flying Medical service naar Nairobi in Kenia gebracht. Er kon maar één van ons mee, dus hebben Iris en ik letterlijk een muntje opgegooid. Ik ben vervolgens met Es meegevlogen en Iris is de volgende dag met een lijnvlucht gekomen. Tegelijk met ons kwamen de broer en zus van Esther aan, want haar familie was inmiddels (terecht) zo bezorgd dat ze met eigen ogen wilden zien hoe het met haar ging. Het ziekenhuis in Nairobi was gelukkig fantastisch, alsof we gewoon in Nederland (of een vergelijkbaar land) waren. Hoewel we konden zien dat ze hier in goede handen was, bleef het moeilijk om haar achter te laten in het ziekenhuis en niet meer alles te (hoeven) controleren. Toen ik de longfoto uitgebreid stond te bekijken keken de verpleegkundigen me dan ook heel raar aan. 'Ehh de dokter komt er zo aan hoor?' Wij moesten in de dagen er na verplicht even weg uit het ziekenhuis om bij te komen, al vonden we dat erg lastig. Joost en Myrthe pasten goed op Esther en hielden gelukkig voet bij stuk dat wij rust nodig hadden. Pas toen we het de kans gaven, voelden we hoe uitgeput we eigenlijk waren.. De adrenaline en cortisol (stress hormoon) hadden ons een paar dagen op de been gehouden zonder slaap, maar daar betaalden we nu de prijs voor. Nadat Esther een aantal dagen op de IC en later op de gewone afdeling heeft gelegen, gaat het nu gelukkig weer redelijk goed. Het zal wel nog even duren voor ze hier volledig bovenop is. Daarom kon ze afgelopen maandag niet met ons mee terug naar Tanzania, maar is ze inmiddels terug in Nederland. Heel stom, want we hadden samen allemaal plannen voor het afsluiten van ons coschap en de weken daarna.. We moesten Esther dus afgelopen zondagavond in Nairobi achterlaten bij haar broer, terwijl wij met de bus terug gingen naar Sengerema om de nieuwe coassistenten in te werken en onze spullen te pakken. Gek om ineens weer in Sengerema te zijn en bijna meteen weer te moeten vertrekken. Alles gaat ineens in sneltreinvaart. Een onverwacht en vreemd einde van ons coschap, maar we zijn natuurlijk allang blij dat Es er weer een beetje bovenop is. Bijzonder dat je zo gesteld op iemand kunt raken in een relatief korte periode, maar met een belevenis als dit misschien ook niet heel gek.. Gistermiddag hebben we op de valreep alledrie onze beoordeling gekregen (Esther via de telefoon) en we zijn van harte welkom om nog eens terug te komen, dus misschien moeten we dat maar doen? Hoe dan ook gaan we elkaar nog regelmatig terugzien, want we hebben nog teveel plannen die uitgevoerd moeten worden!

Nu ik dit typ zijn Iris en ik onderweg naar Moshi, waar we onze reis 3,5 maand geleden begonnen zijn. Vervolgens reizen we verder richting het oosten, naar een stadje aan zee. Daar gaan we een paar dagen rondkijken en op het strand liggen (en misschien ook wat aan ons verslag werken), waarna we volgende week zaterdag weer terug moeten zijn in Arusha. Onderweg maken we nog een stop in de Usambara mountains voor een flinke hike en misschien ook nog wel op wat andere mooie plekjes. Daar gaan we nog even de lonely planet op naslaan. Volgende week zondag gaan we op pad met de flying medical service. Dan mag Iris dus ook eindelijk mee in het kleine vliegtuigje en kan ik er ook van genieten, want tijdens de vlucht naar Nairobi kon dat natuurlijk niet echt. Woensdag de 16e sjezen we zodra we geland zijn als een gek naar het internationale vliegveld, want dan staan onze mannen daar op ons te wachten.. Genoeg te beleven nog de komende maand, maar vanaf nu (hopen we) dus alleen nog positief :)

  • 03 Maart 2016 - 16:25

    Roel:

    Wat een prachtig, indrukwekkend en ontroerend verhaal Suzanne!
    Ik ben hartstikke druk aan het werk, maar ik ga nu naar huis.
    Werk was net nog heel belangrijk maar nu doet het er even niet meer zo toe.
    En onderweg ga ik maar eens nadenken over de betekenis van het woord: "Vanzelfsprekend"
    Veel plezier de komende weken!!
    xx Roel

  • 03 Maart 2016 - 18:17

    Lisanne:

    Wat een indrukwekkend verhaal! Ik kom niet stoppen met lezen. Ik zie jou en Iris helemaal voor me; wat fijn dat jullie elkaar hebben. Hopelijk kunnen jullie de gebeurtenissen een plekje geven tijdens deze reisweken. Trots op jullie! Xxxx

  • 03 Maart 2016 - 19:59

    Jasmijn:

    Bedankt voor een kijkje in een hele andere wereld. Ik hoop voor jullie dat jullie het allemaal een plekje kunnen geven. Nog een hele goede (terug) reis. Gr Jasmijn

  • 03 Maart 2016 - 22:46

    Yvonne Baars:

    Hejhoi! Wat leef je in een totaal andere wereld en wat maak je moeilijke momenten mee! Heftig hoor! Gelukkig kan je ook voor sommige patiënten wel iets betekenen en weet je ook ontspanning te vinden!
    Tot snel in Nederland! Ik hoor dan graag al je verhalen!

    Liefs, Yvonne

  • 04 Maart 2016 - 08:58

    Waldine:

    Wat hebben jullie een hoop meegemaakt de laatste maanden en zeker de laatste weken. Ik ben echt heel erg blij dat jullie daar samen zijn, moet er niet aan denken dat Iris dit allemaal zou moeten meemaken zonder iemand om samen mee te lachen, maar vooral om ook bij uit te huilen als dat nodig is, wat helaas nogal eens het geval is. Jullie hebben intussen echt een heel bijzondere band samen, geweldig dat je zo van elkaar op aan kunt! Geniet nog maar lekker van een paar weken welverdiende vakantie, wij beginnen al af te tellen.....

    Liefs,
    Waldine

  • 04 Maart 2016 - 12:13

    Miep Verbeek:


    Lieve meiden
    Wat hebben jullie veel meegemaakt de laatste weken.Fijn dat jullie mannen komen die kunnen vast de eerste emoties op vangen.En wat hebben jullie goed voor jullie collega gezorgd.
    Nogmaals petje af,en ga lekker van een zeer verdiende vakantie genieten .Ik zalheel blij zijn als jullie weer heel huids thuis zijn .

    Liefs oma Verbeek

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Suzanne

Actief sinds 22 Juli 2015
Verslag gelezen: 598
Totaal aantal bezoekers 11219

Voorgaande reizen:

22 Januari 2019 - 23 Februari 2019

Sengerema 2019

16 November 2015 - 01 April 2016

Tropencoschap in Tanzania

Landen bezocht: